De grondlegger van loonbedrijf Fa. Kok is Freek Kok, overgrootvader van de huidige generatie. Freek was tuinder en werd begin jaren 30 met zijn zoon Dorus actief in het gemechaniseerd loonwerk. In 1932 werd de eerste tweewielige freesmachine gekocht, een Simar, om land klaar te maken op de eigen tuinderij. Al snel kwamen er buren die om de machine vroegen. Dorus liet zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel als gemechaniseerd loonbedrijf. Officieel werd loonbedrijf D. Kok & Zn. in 1937 ingeschreven.
Tweewielige tractoren
De 4 zonen van Freek werden in het bedrijf actief. Het machinepark werd uitgebreid met meerdere tweewielige tractoren. Onder andere een Hummel en 3 Anzani’s. Halverwege de jaren 50 sloegen 2 broers een andere richting in en kwamen er vaste medewerkers in het bedrijf. Het voordeel van de tweewielige trekkers was, dat je ze gemakkelijk per schuit kon verplaatsen. De polder bestond in die tijd uit eilandjes die alleen per schuit bereikbaar waren. Ook werd langzaam de bollenteelt – voornamelijk het planten – meer gemechaniseerd.
Innovatie
In Bovenkarspel zat het bedrijf Excelsior, eigendom van de firma Kooiman. Zij vroegen aan Dorus of hij mee wilde denken om tulpen machinaal te planten. Zo ontstond al vroeg het innovatieve karakter van ons bedrijf in de bollenteelt. Na het getrokken systeem, met het inploegen van de bollen, kwam de beddenteelt met 3 regels planten op een bed. Dit gebeurde heen en weer over hetzelfde bed waardoor 6 regels op een bed van 175cm werden geplant.
De eerste trekker
De vraag naar groter materiaal bleef bestaan. In 1959 werd de eerste vierwielige trekker gekocht: een David Brown 25D. Ten opzichte van de tweewielige tractoren een behoorlijke verandering. In de volksmond kwam ‘Jumbo’ op het land. Het was wel een dingetje om de trekker via de schuit op het land te laten komen.
Zwaardere trekkers
In 1961 ging de vader van Marco – een van de huidige eigenaren – met zijn broer verder onder de naam Gebr. T.H. & F. Kok. Zij hebben de tuinbouwtak vaarwel gezegd. Mede omdat opa inmiddels uit het bedrijf was gestapt en van zijn pensioen genoot. De trekkers bleven van het merk David Brown. Verder veranderde het machinepark van kleur en leeftijd. De trekkers bleven maximaal 80 pk omdat ze nog steeds per schuit vervoerd moesten worden. Zodoende kon het gewicht niet te groot zijn.
Ruilverkaveling
In 1968 stapte oom Theo uit bedrijf. Vader ging alleen door als loonbedrijf F.E. Kok. Halverwege de jaren 70 werd de ‘vaarpolder’ omgezet in een ‘rijpolder’ met behulp van de ruilverkaveling. Zo kwamen ook grotere trekkers tot 100 pk in beeld. In 1982 kwam Marco in het bedrijf en werd een nieuwe firma begonnen onder de naam loonbedrijf Fa. Kok. Toen in 1984 vader Freek plotseling overleed ging Marco alleen verder onder dezelfde naam.
Tuinbouw en tulpenbollen
De toenmalige dealer die David Brown verkocht was ook dealer van het merk Schlüter. Zodoende hebben we tot en met 1990 met dit merk gereden en toen de overstap gemaakt naar Fendt. De omzet werd vooral gegenereerd met het voorbewerken van land voor tuinbouwproducten: Bloemkool, vroege aardappelen, rode bieten, peen en andere kleinschalige teelten. In de nazomer werd het land geëgaliseerd. Deze tak werd vanaf 1977 uitgevoerd. Als tweede bedrijf in Nederland werkte we met een laserbesturing. In de herfstmaanden werden tulpenbollen geplant.
De toekomst
Door schaalvergroting in o.a. de bloemkoolteelt, en nadat de bollenteelt in netten zijn intrede deed, zijn we als een van de eerste loonbedrijven overgestapt in het dubbelnetsysteem. Dankzij onze innovatieve plant- en rooisystemen zijn we gekomen waar we nu staan. Begin 2000 ontwikkelde we een eigen plantsysteem voor lelies. Inmiddels zijn we in het voorjaar met 6 plantcombinaties op pad. Vooral in het oosten en zuiden van Nederland. In 2022 werd opnieuw een maatschap aangegaan door Marco. Deze keer met medewerkers Bart Kamper en Martijn Rood. Dat is voor de klanten een verzekering dat Fa. Kok voorlopig doorgaat op dezelfde wijze die ons al ruim 90 jaar kenmerkt.